U bent hier: Home Vereniging Ongevallenprotocol Deventer IJsclub
Ongevallenprotocol Deventer IJsclub
Om er voor te zorgen dat iedereen lekker kan schaatsen, is het belangrijk om te letten op de veiligheid en de regels op het ijs. Deze regels (z.o.z.) staan op de DIJC-website en worden ook aan alle leden meegedeeld. Desondanks zijn ongevallen nooit helemaal te voorkomen. Het is daarom belangrijk voor dergelijke situaties een protocol te hebben zodat adequaat kan worden gereageerd.
Bij valpartijen is de trainer doorgaans het dichtst in de buurt. Hij/zij moet daarom goed weten hoe te handelen:
- Je komt als een van de eersten bij het slachtoffer.
- Meestal is er niets ernstigs aan de hand. De rijder kan zelf opstaan en maakt geen verwarde indruk (vraag naar naam, tijd, plaats). In de regel is even aan de kant tot rust komen voldoende, waarna gewoon verder kan worden geschaatst.
- Als er iets ernstigers is dan onder punt 2, direct EHBO laten waarschuwen door een collega of omstander. Zorg er ook voor dat deze terugmeldt dat hulp onderweg is. (Tijdens trainingen van DIJC en tijdens wedstrijden is er EHBO langs de baan. De baanmedewerkers zijn ook EHBO-er.)
- Blijf bij het slachtoffer tot de EHBO-er er is.
- Bij ernstig letsel direct (laten) ingrijpen. Baan ontruimen (lichten op rood).
- Zorg voor rust en veiligheid om het slachtoffer. Laat een collega of iemand anders het verkeer op de ijsbaan regelen als de veiligheid dat vereist.
- Informeer de EHBO’er over het ongeval, verleen eventueel assistentie.
- Ga terug naar eigen groep, vraag wie weet waar in de kleedkamer de spullen van het slachtoffer liggen.
- Vraag na afloop van de training bij de EHBO hoe het met het slachtoffer is.
- Informeer je afdelingsbestuur over het ongeval.
Veiligheidsregels Deventer IJsclub
Houd goed rekening met de baanetiquette en verkeersregels, ze zijn belangrijk voor de veiligheid en het schaatsplezier van jou en je medeschaatsers:
- Houd te allen tijde rekening met elkaar. De veiligheid van ieder staat voorop
- Let op aanwijzingen van de controleur en het baanpersoneel.
- Blijf van de baan zo lang het licht op rood staat na het dweilen, dus ook niet alvast op het ijs stappen.
- Blijf bij het uitrijden rechts van de buitenste blauwe lijn.
- Rijd hoogstens met z'n tweeën naast elkaar uit, ga achter elkaar rijden als je andere uitrijders inhaalt.
- Uitrijdend kan je soms hardrijders ontmoeten die aan de buitenkant startjes oefenen, ga ook daar achter elkaar rijden om de flessenhals niet nog krapper te maken.
- Tempo maken altijd NA het uitkomen van de bocht, dus niet in de bocht al (half) beginnen.
- Kijk voor het invoegen zelf altijd of er genoeg ruimte is, ook als je in een treintje zit
- Stoppen doe je eveneens pas na de bocht, zorg bij het uitvoegen dat je niemand hindert.
- Lange slierten rijders bemoeilijken het in- en uitvoegen voor de rest; beperk je treintje tot max. 8 personen.
- De binnenste ring is voor snel tempowerk, de middelste voor duur- en techniekopdrachten.
- Inhalen alleen aan de linkerkant en mits daar ruimte is, anders vaart verminderen. Iedereen heeft evenveel recht op het ijs, gun dat een ander ook. En rechts inhalen schept verwarring en risico's.
- Waarschuw andere rijders als iemand voor je is gevallen.
- Beschadigingen van het ijs worden gemarkeerd met pionnen. Houd er rekening mee, zorg dat ze blijven staan en waarschuw zo nodig medeschaatsers.
- Blijf bij groepsoverleg dicht tegen de boarding aan staan, met alleen de trainer ervoor.
- Groepsoverleg alleen op het rechte eind.
Om verwondingen te voorkomen moet de achterkant van je ijzer zijn afgerond (M & R)
Het dragen van een muts en handschoenen is verplicht.
Bij marathons zijn scheenbeschermers en helm verplicht te dragen.
Wij adviseren het dragen van een helm tijdens trainingen.